Bibliotheek en GGD werken samen aan een goede taalstart
Wekelijks ontmoetten ze elkaar op het consultatiebureau in Heerlen centrum: Nicole Logister, jeugdverpleegkundige bij GGD Zuid-Limburg, en Debbie Weerts, leesconsulent bij SCHUNCK. Samen werken ze aan één doel: ouders van jonge kinderen laten zien wat de kracht van taal is.
Debbie en Nicole werken beiden met jonge kinderen en hun ouders. Debbie vanuit haar rol als leesconsulent VVE bij SCHUNCK Bibliotheek, waar ze zich richt op voor- en vroegschoolse educatie. "Bij alles wat met boeken, taal en kinderen van 0 tot 4 jaar te maken heeft, ben ik betrokken," vertelt ze. Nicole werkt als jeugdverpleegkundige bij de GGD met kinderen van 0-4 jaar en ondersteunt daarnaast gezinnen binnen het programma Stevig Ouderschap. “We richten ons hierbij op gezinnen met een minder makkelijke start en bieden onder andere ondersteuning via huisbezoeken.”
Van afspraak bij de GGD naar contact met de bibliotheek
Tot voor kort was Debbie elke donderdagochtend een vast gezicht in de boxenkamer van het consultatiebureau. Intussen heeft een collega haar taken hier overgenomen. Met een stapel boekjes en flyers sprak ze, indien gewenst, ouders aan over de bibliotheek en het belang van taal. "Voor sommige ouders is het nieuw dat je een baby kunt voorlezen, of dat het zelfs goed is om tegen je baby in de buik te praten. Ze denken: dat heeft toch geen zin? Maar juist die kleine momenten – praten, zingen, of simpelweg benoemen wat je doet – zijn goud waard voor de taalontwikkeling. Het hoeft niet altijd om een boek te gaan. Als er maar interactie is met je kind.”
Ook op de andere twee consultatiebureaus in Heerlen zijn wekelijks consulenten vanuit SCHUNCK bibliotheek actief. Dat deze aanpak werkt, ziet ook Nicole: “Je bereikt ouders op een laagdrempelige manier. Het consultatiebureau is vertrouwd. Als je daar kunt laten zien wat de bieb biedt, dan verlaag je echt een drempel." Dan wendt ze zich nieuwsgierig tot Debbie. “Hoe benader je anderstalige ouders eigenlijk – is dat anders dan bij laaggeletterde Nederlandstalige ouders?” Debbie vertelt: “Ja, dat is makkelijker, want de drempel is voor hen vaak lager. Zij weten: ik spreek de taal niet, dus het is logisch dat ik hulp nodig heb. Maar bij laaggeletterdheid kan er ook sprake zijn van schaamte, en dan is het moeilijker om het gesprek aan te gaan.” Qua taal wordt de barrière ook steeds kleiner, met de hulp van Google Translate in ieders broekzak. Over het algemeen is Debbie haar aanpak heel afstemmend, op wat de ouder nodig heeft en waar hij of zij voor openstaat. “Als ik merk dat een ouder aarzelend is, probeer ik via het kind contact te maken. Een boekje pakken, iets aanwijzen, een verhaaltje vertellen. Vaak opent dat het gesprek vanzelf."
Groot netwerk
De samenwerking tussen de GGD en SCHUNCK is gestart vanuit het programma Gezinsgericht Werken aan Taal en onderdeel van een groter netwerk in de regio. Partners verwijzen actief naar elkaar om laaggeletterdheid vroegtijdig te signaleren. “Het gaat om het herkennen van een hulpvraag. Want zelf erkennen, of herkennen, dat hulp nodig is, is voor veel ouders lastig. Wij zien kindjes regelmatig, en letten daarbij ook op taal- en spraakontwikkeling. Dat kan leiden tot een doorverwijzing naar een logopedist, maar vaak kan het ook al helpen om thuis (meer) met taal bezig te zijn”, zegt Nicole. Debbie en Nicole proberen mensen vooral te laten zien hoe veelzijdig het aanbod is bij SCHUNCK. "Ouders weten vaak niet dat de bieb meer biedt dan alleen boeken. Er zijn voorleesuurtjes, taalcafés, activiteiten voor ouder en kind. We proberen die rijkdom te laten zien. Ik zeg geregeld: loop gewoon even binnen, dan kun je een kop koffie drinken en je kind laten spelen op de jeugdafdeling. We hopen het zo heel laagdrempelig te maken."
"Gewoon praten met je kind, een verhaal vertellen of een boekje lezen – dat doet al veel."
Taal begint bij ouders
Wat Debbie en Nicole allebei benadrukken: ouders spelen de belangrijkste rol. "Als ouder ben je het grootste voorbeeld," zegt Debbie. "En het mooie is: je hoeft geen les te volgen om het verschil te maken. Gewoon praten met je kind, een verhaal vertellen of een boekje lezen – dat doet al veel. Je hoeft niet je hele leven om te gooien – het zit juist in kleine stapjes." Maar lang niet alle ouders weten hoe belangrijk dat is. Nicole: "Zeker bij laaggeletterde ouders of ouders die zelf niet zijn opgegroeid met boeken, merk je dat er onzekerheid is. Terwijl het juist dan zo essentieel is om kinderen op weg te helpen. Vooral in de eerste jaren, want die zijn extreem belangrijk. Als de taalontwikkeling dan achterblijft kan hierop makkelijk een achterstand ontstaan. En uiteindelijk wil toch elke ouder dat zijn kind een goede start op school krijgt?”
Kennisdelen en bewustwording staat dus voorop. Gelukkig zijn er meer partners die meekijken naar de taalontwikkeling van kinderen. Zo is er ook een rol weggelegd voor kinderdagverblijven, Sjpruutcafés en peuterspeelzalen. “Ik heb iedere zes weken een overlegmoment met de speelzaal, om eventuele zorgen bij kinderen te bespreken. Ook wanneer kinderen opvallend gedrag vertonen kan het vaak om een achterstand in taal- en spraakontwikkeling gaan. Als kinderen zich niet kunnen uiten via taal, dan komt het er op een andere manier uit”, zegt Nicole.
Kleine stappen, groot effect
Hoewel het lastig is om harde cijfers te koppelen aan hun werk, zien Nicole en Debbie dat hun inzet verschil maakt. "We weten dat we veel van deze gezinnen niet zouden treffen als we niet geregeld bij de consultatiebureaus aanwezig zouden zijn. Niet elk kind bezoekt een dagverblijf of speelzaal. Daarom maakt dit wel degelijk een verschil”, zegt Debbie. Deze samenwerking tussen SCHUNCK en GGD, gestart vanuit het programma Gezinsgericht werken aan Taal, is nog lang niet klaar. Continu wordt gekeken naar wat er nog beter kan. “In de leeftijd van 14 maanden tot 2 jaar valt er nog winst te behalen wat betreft het stimuleren van taal- en spraakontwikkeling. SCHUNCK en de GGD kijken momenteel naar een mogelijkheid om dit samen in te vullen,” zegt Nicole.
Tips voor jonge ouders
“Maak taal zichtbaar in de dagelijkse dingen. Benoem wat je doet, zing een liedje, vertel een verhaaltje. En: kom eens langs in de bieb. Niet alleen om een boek te lenen, maar ook voor een kop koffie, een voorleesmoment of een praatje”, adviseert Nicole. "Zo ontdek je vanzelf wat er allemaal mogelijk is."