Na voorlezen komt doorlezen
Elke week gaan er vrijwilligers op pad om voor te lezen bij gezinnen in Heerlen. Niet op school of in de bibliotheek, maar thuis – aan de keukentafel of op de bank.
Het is het werk van de Voorleesexpress, gecoördineerd door Ilhame Salhi en Meryem Sahin, consulenten bij SCHUNCK. Sinds kort is daar een vervolg bij gekomen: de Doorleesexpress, voor kinderen van 8 tot 12 jaar. “We willen gezinnen laten ervaren hoe taal plezier kan brengen,” zegt Meryem. “En wat het doet met het zelfvertrouwen van een kind.”
Beiden werken al langer met taal en gezinnen. Ilhame heeft jarenlange ervaring binnen SCHUNCK, Meryem sinds anderhalf jaar – zij komt uit de hulpverlening. Beiden weten hoe groot de impact van taal kan zijn. “Taal zit in alles, het is overal,” zegt Ilhame. “Het zit in contact maken, je emoties uiten, een verhaal kunnen vertellen. Het opent werelden, voor kinderen én hun ouders.” Meryem herkent dat ook persoonlijk. Haar ouders spraken weinig Nederlands – de voertaal was Turks. “Mijn zus en ik moesten als kind vaak tolken, tot aan onze eigen rapportbespreking toe. Daarom hebben mijn ouders altijd gezegd: leer, ontwikkel jezelf, en leer de taal heel goed. Dat is jullie sleutel naar succes.”
Begonnen in Utrecht
De Voorleesexpress werd in 2006 opgericht door de zussen Anne en Marieke Heinsbroek, uit nieuwsgierigheid naar hoe gezinnen in de Utrechtse wijk Kanaleneiland met taal omgingen. Inmiddels is het een landelijk project, op tientallen plekken actief – vaak via bibliotheken. In Heerlen draait de Voorleesexpress nu zo’n zes jaar. Waar het begon met een handjevol gezinnen, zijn het er inmiddels zo’n 75 per schooljaar. “Kinderen van 2 tot 8 jaar worden gekoppeld aan een vrijwilliger,” legt Meryem uit. “Die komt twintig weken thuis voorlezen – samen met ouder en kind. Rond week tien evalueren we, en aan het eind is er leuke afsluiting met een diploma. Maar het stopt daar niet.”
De aanpak in Heerlen
Wat SCHUNCK bijzonder maakt, is de intensieve begeleiding. Bij elk gezin zijn er vier contactmomenten met een consulent: intake, kennismaking met vrijwilliger, tussenevaluatie en afsluiting. “We willen het gezin vasthouden,” zegt Ilhame. “En als we meer behoeften of wensen signaleren, kunnen we binnen de bibliotheek doorverwijzen – bijvoorbeeld naar collega’s van basisvaardigheden, die ouders helpen met hun eigen taalontwikkeling, of naar gezinsgericht werken, waar we maatwerktrajecten aanbieden die passen bij de taalvraag van een gezin.”
De aanmeldingen komen via basisscholen, logopediepraktijken of peuterspeelzalen. Soms ook via mond-tot-mondreclame of directe inschrijving. Bij de intake wordt goed gekeken naar de thuissituatie: hoeveel kinderen zijn er, welke boeken passen, welke wensen hebben ouders? “We betrekken ouders actief,” zegt Meryem. “Zij doen mee tijdens het voorlezen, en krijgen net als de kinderen steeds meer zelfvertrouwen. Ook als ze zelf onzeker zijn over taal.” Ilhame vult aan: “We moedigen zelfs aan om in de moedertaal voor te lezen – want elke taal telt. Het moment dat je met je kind deelt, dat je samen in de boeken duikt, is heel kostbaar. En het bevordert het taalplezier.”
Nog steeds leeft het misverstand dat de Voorleesexpress alleen bedoeld is voor nieuwkomers. Meryem: “Maar we komen net zo goed bij Nederlandse gezinnen die taalondersteuning kunnen gebruiken. Soms zeggen ouders: als ik nu een brief van de Belastingdienst krijg, snap ik het niet. En dat wil ik anders voor mijn kind.”
Credits: Anne Jannes Photography
Zoeken naar boeken
Sinds kort is er een uitbreiding: de Doorleesexpress, voor kinderen tussen de 8 en 12 jaar. Na een pilot vorig jaar is het project deze zomer ook in Heerlen officieel gestart. “We kregen signalen van zowel gezinnen als scholen: kinderen in groep 5 tot 8 die al zelfstandig kunnen lezen, maar geen plezier erin ervaren. Of thuis geen taalrijke omgeving hebben,” legt Ilhame uit. “Dan is twintig weken lezen met een vrijwilliger een enorme steun. Geen bijles, maar samen op zoek naar wat werkt. Soms technisch lezen, soms begrijpend lezen, soms op zoek gaan naar een boek dat eindelijk wél aanspreekt. Want leesplezier staat voorop.”
De Doorleesexpress is géén vervolgtraject; gezinnen kunnen zich ook ‘los’ aanmelden. Vrijwilligers gaan in gesprek met het kind, zoeken samen boeken uit, oefenen online met de bibliotheek of maken een leesritueel. Een bezoek aan de bieb hoort er ook bij – als dat past bij het gezin.
Taal hoeft niet perfect
De effecten zijn soms klein, maar veelzeggend. Ilhame herinnert zich een meisje van vier dat de eerste vijf sessies zwijgend op schoot zat bij haar moeder. “Bij de afsluiting zong ze, lachte ze, bladerde ze zelf in boekjes. Op school ging ze ineens meedoen. Dan weet je: dit heeft echt veel gedaan voor haar zelfvertrouwen.” Meryem: “In die jonge groepen op de basisschool zitten heel veel kinderen op een groep. Dan is het voor kinderen nog best eng om zichzelf te laten zien, vooral als je misschien ook nog niet veel taal hebt om je mee te uiten. Op het moment dat je thuis wekelijks iemand ziet, een uur lang, die met jou spelletjes speelt, met jou leest, samenleeft en voorleest, dan geeft dat vertrouwen. En de woordenschat groeit enorm.”
Voor ouders die twijfelen of ze ‘goed genoeg’ zijn in taal, hebben Ilhame en Meryem een heldere boodschap: taal zit in de kleine dingen. “Praat met je kind. Benoem wat je ziet. Zing een liedje, doe een spelletje, vraag hoe het op school was. Je hoeft geen expert te zijn. Als er maar contact is – dát is taal.” Soms komen gezinnen later zelfstandig terug naar de bieb. “Dan zie je een moeder met haar kind op woensdagmiddag boekjes uitzoeken. Of een kind dat z’n biebpas trots laat zien. Dat zijn de mooiste momenten.”
Kinderboekenweek: vol avontuur
De Kinderboekenweek gaat vandaag van start (1 t/m 12 oktober), met als thema Vol Avontuur!. Vrijwilligers van de Voorlees- en Doorleesexpress wijzen gezinnen op activiteiten in de bibliotheek. Geen verplicht programma, maar wél een uitnodiging om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is. Meryem: “Soms denken ouders dat de bibliotheek niets voor hen is. Maar als ze eenmaal binnen zijn, merken ze: dit is ook voor ons.”
Aan ouders geeft het duo de volgende tip: “Het is niet erg als taal ontdekken bij jou thuis niet lukt op de manier zoals je zou willen, of als je wat meer aan taal wil doen. Schakel dan hulp in, want het is hartstikke leuk om te zien dat je kind vooruitgaat. Kom vooral naar de bibliotheek, meld je aan via de website of vraag hulp van een juf of een meester. Want een kind dat groeit in taal, groeit in vertrouwen – en dat begint al met één verhaal.”
Word vrijwilliger
Met het succes van deze leesprojecten zijn meer vrijwilligers van harte welkom. Meryem: “Je kunt al verschil maken met één uur per week. We hebben bijvoorbeeld een vrijwilliger die fulltime ingenieur is – zij leest voor omdat ze het ontspannend vindt. Iedereen kan iets betekenen.” Klik hier om je aan te melden.