Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Kasteel Hoensbroek.webp Luc Lodder

Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 - de winnaars zijn bekend!

@Luc Lodder

Tijdens het kerstevenement van Nationaal Programma Heerlen-Noord zijn op zaterdag 13 december de winnaars van de Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 bekendgemaakt. Uit duizenden inzendingen van basisscholen en middelbare scholen koos de jury vijf verhalen die eruit sprongen door creativiteit, expressie en overtuiging. 

De Jan Terlouw Verhalenprijs is een regionale schrijfwedstrijd voor leerlingen uit Heerlen-Noord en omliggende gemeenten. Het doel: kinderen en jongeren stimuleren om hun fantasie en taalvaardigheid te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het verhaal, maar ook om hoe zij het tot leven brengen – met gevoel en overtuiging. Zo ontdekken zij de kracht van taal en verbeelding. 

De uitreiking was bijzonder: per categorie werden drie genomineerden gekozen. Uiteindelijk vroeg de jury de winnaar om bij hun kampvuurtje plaats te nemen en zo samen het winnende verhaal te vertellen. Daarna volgde de officiële prijsuitreiking, inclusief een videoboodschap van Jan Terlouw zelf, opgenomen vóór zijn overlijden. Pauline Terlouw, dochter van Jan Terlouw, was aanwezig om de prijzen te overhandigen. 

De winnaars van 2025 zijn: 

  • Jasper Weijers
  • Stella Wijnbergen
  • Lune Weijers
  • Jole Marijnissen  
  • Derya Sen 

 Gefeliciteerd aan alle winnaars! Hun winnende verhalen lees je hieronder. 

 

Categorie Creatief

Jasper Weijers: Leo, Kiwi & Stef en het geheim van Borama, Het Martin Buber Kerkrade

Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers1
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 2
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 3
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 4
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 5
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 6
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 7
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 8
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 9
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 10
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 11
Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Jasper Weijers 12

 

Categorie Groep 7 en 8

Stella Wijnbergen: Edelhert, Basisschool Windekind Heerlen

Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Stella Wijnbergen 1
Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Stella Wijnbergen 2
Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Stella Wijnbergen 3
Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Stella Wijnbergen 4
Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Stella Wijnbergen 5
Winnaars Jan Terlouw Prijs 2025   Stella Wijnbergen 6

 

Categorie VMBO

Jole Marijnissen: zoektocht naar de verborgen steen, Grotius College Heerlen

Zoektocht naar de verborgen steen. 

“Waar ben ik eigenlijk, wat is dit voor plek?” Met die gedachten liep Nova nog een stukje dieper het bos in. “Dit bos is niet zomaar een bos, deze plek is anders.” Dat dacht Nova toen ze opeens een schaduw achter een boom zag verdwijnen. Ze liep nog een stukje verder, tot ze bij die boom aankwam, die boom waar zojuist die schaduw achter verdween. Waarom doe ik dit, dacht Nova. “Ik moet wel, ik moet die steen vinden!” Die zin bleef ze herhalen, totdat ze de moed had om voorzichtig achter de boom te kijken. Al die tijd stond ze er zo’n tien meter vanaf en hoorde ze een vreemd gegrom. Voorzichtig liep Nova naar voren, het gegrom werd steeds luider. Ze zag een dikke grijze staart uitsteken. Eén ding wist ze zeker, dit was geen wolf. Ze durfde niet, ze wilde niet verder, want heel langzaam begon ze alles te snappen. De rare geluiden, de grijze staart, de steen die volgens het boek bewaakt wordt door weerwolven, de plek waar ze nu was, de plek waar het altijd volle maan zal zijn. Dit was geen gewone wolf, dit was een weerwolf! Dat zou dus betekenen dat ze alleen dit beest maar hoefde te verslaan en dan was de steen van haar, althans dat dacht ze. 

In de tussentijd was ze een struik ingekropen. Ze zag niks in het duister van de nacht, maar ze voelde dat er iets harigs langs haar arm gleed. Geschrokken sprong ze de bosjes uit met haar handen al in de gevechtshouding, maar ze zag helemaal niks. “Zou ik hallucineren? Was het gewoon een blaadje?” dacht ze hardop. Twee tellen later springt er een weerwolf luid grommend het bosje uit, het bosje waar zij een minuut geleden in had gezeten. Ze gilt en rondom haar verzamelt de hele roedel zich. Weerwolven met een grijze vacht, grote klauwen, scherpe nagels en rode ogen. Het slijm liep uit de monden van de beesten, klaar om haar op te eten. “Wat moet ik nu doen?” De tranen springen haar in de ogen. “Sterk blijven, jij kan dit!” moedigt ze zichzelf aan. Ze kijkt om zich heen en ziet een oud, verlaten en versleten hutje. Ze waagt het erop en rent met een schijnbeweging het hutje in. De deuren en ramen maakt ze dicht met planken die in het hutje liggen. “Zo, dat houdt ze voorlopig wel even tegen.” 

Ze slikt haar tranen weg en loopt naar het bureautje in de hoek. Verbaasd pakt ze een boek op. Het is een dagboek, helemaal handgeschreven. Voorzichtig opent ze het en leest de eerste pagina: “Ik, de heer Alexus van het bosrijk zit hier vast in dit hutje. De weerwolven proberen binnen te dringen. Ik las voor mijn reis hierheen dat ze vervloekt zijn. Je kan de vloek alleen opheffen door uit te vinden wie ze zijn, de namen zouden in deze hut verborgen moeten zijn. Het enige wat ik wilde was de steen. Gewoon voor mijn eigen volk, voor mijn familie. Ik moet ze redden, maar ik heb gefaald. Ze zullen binnen dringen en mij vervloeken. Vertel mijn verhaal.” Nova slikt, ze kent Alexus niet, maar hij is van hetzelfde dorp. Bosrijk. “Vast voordat ik geboren was”, dacht Nova. “Ik zal niet falen”, besloot Nova. Zo snel als ze kon opende ze elk laadje in de hut. Nergens vond ze iets. Ze keek naar de boekenkast. “De boekenkast!” Misschien zijn de namen verstopt in een boek!” Nova begon elk boek open te maken. Net toen ze het boek in het midden van de kast wilde pakken hoorde ze één van de stukken hout van het raam vallen. “Ik moet snel zijn, ze komen me halen.” Ze pakte het boek, maar het kwam niet los, nee het opende een deur waar alle namen op waren gekrast. Ze schreef ze op een velletje papier en ging voor de ingang van de hut staan. “Alexus, Alexander, Elizabeth, Anne, Peter en Hercules!”, riep Nova. 

Buiten was het stil. Voorzichtig opende ze de deur. Daar stonden de personen die ze net genoemd had. Het was haar gelukt, de vloek was opgeheven. Ze herkende Alexus meteen, haar vader had haar ooit een keer een foto laten zien. Ze stelde zich voor aan Alexus en vroeg of hij wist waar de steen lag, maar Alexus had geen idee. Net toen Nova dacht dat alles voorbij was begon de grond met trillen. “Een aardbeving misschien?”, vroeg ze aan Alexus, maar die schudde zijn hoofd. “Dat is hier in dit werelddeel onmogelijk.” De trillingen werden steeds erger, maar dat was niet het enige. De lucht kleurde opeens paars. Nova probeerde zicht te herinneren wat er in het boek stond. “De steen!”, roept ze. Ze had gelezen dat als de vloek verbroken zou worden de steen zal oplichten. En heel toevallig is die steen paars! Zo snel als ze kon rende ze naar de plek waar het licht vandaan kwam. Het boeide haar niks dat de steen in de engste grot die ze ooit gezien heeft ligt, want deze keer wist ze het zeker. De steen is voor haar. In de verte zag ze hem eindelijk liggen, De Viorensteen, oftewel De Steen Van Het Violet. 

Ze riep Alexus, zodat hij haar kon helpen met tillen. Samen pakten ze de steen op. Het blok zal zeker twintig kilo wegen en is zo lang als tien bakstenen bij elkaar. Voorzichtig dragen ze de steen uit de grot. Ze moeten de steen zo snel mogelijk naar het dorp brengen, maar hoe? Haar vader had nog gezegd dat zij de enige is waarvan de ketting met een stukje van de steen nog voldoende kracht heeft om iets op te roepen, maar als ze dat zou doen en het bericht komt niet aan, zal ze hulpeloos zijn. Toch waagt ze het erop, ze moet wel. Ze is nu al zo ver gekomen, ze kan niet nu stoppen. De kans is zestig procent dat het bericht aan zal komen. Nova zet de steen neer en pakt haar ketting vast, ademt diep in en roept: “Vader, ik heb de Viorensteen succesvol in handen gekregen, kom mij, Alexus en de rest van de mensen die vervloekt zijn geworden halen, we zullen bij de bosrand zijn.” Een paarse lichtstraal schiet uit haar ketting. “Op hoop van zegen dan maar.” En moedig lopen Nova, Alexus en de rest van de inwoners van het Bosrijk die gefaald hebben naar de rand van het bos. Na een half uur voelt ze haar kracht langzaam afnemen. “Zouden ze mijn bericht hebben ontvangen? Zouden ze er bijna zijn?” En net toen ze haar lot wilde accepteren hoorde ze iemand haar naam roepen. Die stem herkende ze uit duizenden. “Papa!” Riep ze en ze omhelsde hem. “Nova, je hebt hem gevonden, ik ben trots op je.” Samen brachten ze de Viorensteen naar de auto en samen met alle andere inwoners die ooit zo moedig zijn geweest te gaan zoeken toen de voorraad op was, rijden ze weer terug naar huis. 

Ze werden met open armen ontvangen, het was zo ver. Ze pakte samen met Alexus de steen en legde die op het plateau. Meteen werden er steentjes van het formaat van een knoop uit de steen gehakt en uitgedeeld aan alle inwoners die er al waren, of vandaag zijn teruggekeerd. Ze hadden weer een voorraad voor tien jaar. Nova dacht dat alles voorbij was en wilde net weg lopen toen ze werd geroepen. Ze moest op het kleine podium bij haar vader gaan staan. “Nova, jij hebt ons dorp gered, je hebt je eigen leven in gevaar gebracht voor ons dorp en hebt onze vermiste inwoners teruggebracht. Als bedankje krijg jij een grotere steen voor om je ketting. Nova kon wel gillen van blijdschap, die steen is wel zo groot als een pingpong bal en alleen die koning, haar vader krijgt die. De steen wordt haar aangegeven en ze klikt hem vast in de ketting. Die zal ze nu wel nodig hebben, want Nova en haar dorp zijn echt geen gewone mensen als je dat soms dacht. Nee, ze zijn wezens die leven van energie die uit de Viorensteen komt, hun kracht komt van edelstenen, oftewel Vioren. Zonder de Viorensteen, zullen ze voorgoed verdwijnen in het duister van de onderwereld. 

 

Categorie HAVO/VWO

Lune Weijers: Mijn rondje over de wereld. Het Martin Buber Kerkrade

 

Mijn rondje over de wereld 

Het was een mooie dag. Een mooiere had ik in tijden niet gezien. Klein, mooi en zonnig. Maar een dorp lag nooit stil. Het roddelde erop los en ieder had zo zijn eigen mening. Zo ook over mij. 

‘Ren!’ Ik rende. ‘Sneller!’ Mika was een enthousiast meisje. Niemand mocht haar. Ze had een rare naam. Daar kon zij natuurlijk niets aan doen. Maar toch mocht niemand haar. Ik mocht haar wel. ‘Nog sneller!’ Ik rende sneller. Ik voelde mijn kniekousen afzakken. We probeerden uit hoe snel ik kon rennen. Ik sprintte gauw naar het einde van de straat. ‘En nu terug!’ hoorde ik Mika roepen. Ik begon weer te rennen. Superhard, harder kon bijna niet. En stoppen ook niet. ‘Help!’ Ik kon écht niet meer stoppen. 

En zo begon ik mijn rondje over de wereld. Nee grapje. 

Ik botste keihard tegen meneer van Dam. Mijn ogen werden groot. ‘Me... Meneer van Dam.’ Ik voelde hoe alle ogen van de hele straat op mij gericht waren. En dat waren er veel. Om vijf voor negen waren er altijd veel mensen in onze straat op de weg naar de kerk. En raad eens? Het was vijf voor negen. Ik zette een stap naar achteren. ‘Sorry.’ Ik liep achteruit naar Mika. ‘Echt sorry...’ Meneer van Dam was een belangrijk persoon van de kerk. En hij keek me plagend aan. ‘Juffrouw de Vries’ begon hij. ‘Ik had graag...’ Ik voelde het, ik moest naar de kerk en sorry zeggen. Maar dat ging ik niet doen. Ik ga nooit meer naar de kerk. ‘Dat u sorry zegt tegen iedereen in de straat voor wat ze gezien hebben’ Ik hoefde niet naar de kerk, dus alles was voor mij prima. ‘Oké meneer.’ Meneer van Dam begon weer te lopen. Ik ging iedereen langs. De meesten vonden het niet erg. De meesten vinden hem niet heel... attent. Maar een enkele keek me boos aan. En toen ik weer terug naar Mika wilde lopen was ze weg. Ze moest naar de kerk. Er is niets mis met de kerk hoor. Maar ik wilde er niet heen. En dat vond iedereen dus raar. Ik had een reden. Maar dat maakte niemand iets uit. Om 1 voor negen kwam mijn moeder gehaast naar buiten rennen. ‘Lieverd! Ik zag wat er gebeurde. Arme jij! Doei, tot straks!’ En weg was ze. En zo was ik weer helemaal alleen. Zoals elke dag. Iedereen was naar de kerk en ik? Ik niet. Ik had tijd voor mezelf. Tijd voor mijn grote plan. Ik bouwde al het hele jaar om dit dorp te verlaten. Ik had alle tassen al ingepakt. En al mijn kniekousen. Behalve deze dan. Ik kon weg. 

Ik had een apparaat gebouwd om te trappen. Dan kwam het ding vooruit. Ik wilde het de Johannar noemen. De Johanner had ook een enorme bak voor zich. Mijn naam was Johanna, dus ik vond de Johannar een mooie naam. Het had ook een soort aandrijver, waardoor het makkelijker werd om te trappen. Na de mis vandaag, kon ik mama en mijn zusje Liselot vragen om mee te gaan. Of Mika. Ik kon namelijk nog maar 2 personen meenemen op de Johanner. En 2 tassen. Er moest alleen nog alles controleren en aandraaien. Ik ging aan de slag. Na een tijdje hoorde ik iets. Geritsel. Ik luisterde even en ging toen verder waar ik mee bezig was: ik legde mijn tassen in de Johanner. Ik ging er eens opzitten, cool hoe hoog ik zat. Ik hoorde weer geritsel. Er kwam een enorm insect tevoorschijn. Ik schrok me dood en begon te trappen. Ik ging vooruit, jippie! Maar ook nu kon ik niet meer stoppen. Ik reed door en door en door en door. Tot ik uit het dorp was. 

Buiten adem stopte ik. Ik stapte af en keek om me heen. Hier herkende ik het niet. Ik begon met de Johanner aan mijn hand te lopen. Ik liep en liep en liep en liep maar herkende het niet. Was ik fout gelopen? Wat was er gebeurd? 

En zo begon ik mijn rondje over de wereld. En dit keer echt. Er was in elk geval geen Meneer van Dam om me te stoppen. 

Samenvatting van het verdere verhaal 

Johanna is een meisje van 14 jaar en ze háát haar dorp. Ze wil er weg. In 1900 is er nog weinig bedacht om zo snel weg te gaan. Daarom gaat ze zelf aan de slag. Daar is genoeg tijd voor want als de rest van het dorp naar de kerk gaat en zij niet, heeft ze verder niets te doen. Op een dag, tijdens de mis komt er een beestje tevoorschijn. Johanna fiets en fiets en fietst zo de hele wereld rond. Daar ontmoet ze Laura, daarmee wordt ze vriendinnen. Maar blijft dat zo, als ze de kerk in gaan en Johanna eigenlijk niet wil? Want ze wil nóóit meer de kerk in. 

 

Categorie Anderstalig

Derya Sen: De magische crème, Internationale Schakelklas (ISK) Emmacollege Heerlen-Noord

Winnaar Jan Terlouw Verhalenprijs 2025 Derya Sen