Jonge kunstenaars met een persoonlijke band met de mijnstreek tonen hoe dit specifieke verleden onder de huid, in hun oeuvre, doorwerkt.

Als derde generatie na sluiting van de mijnen kennen zij het mijnverleden als oral history vanwege hun jeugd in deze streek, of als deel van de familiegeschiedenis. Zij adresseren vraagstukken die buiten beeld zijn geraakt en maken kwesties van nostalgie en identiteit ervaarbaar door bijvoorbeeld verbindingen naar erfgoed en cultuurgeschiedenis te leggen. Zo openen zij de blik tot herwaardering middels nieuwe verhalen, onverwachte wendingen en een nieuw perspectief op de toekomst vanuit het heden (en het verleden).

Videoprojectie waarin een vrouw in een bikini door het bos loopt.

De titel Oet d’r Sjtub, in Heerlens dialect, zinspeelt op de complexe en ambivalente ambitie van herinneren tijdens collectieve historiserende momenten zoals het Jaar van de Mijnen er een is. Wat gebeurt er als het stof weg wordt geveegd? Het stof, sjtub, dat de mijnstreek en haar mensen zwart kleurde tot aan de longen toe. In het dialect betekent ‘oet d’r sjtub maken’ nog steeds ‘uit de voeten maken, verdwijnen’. De titel is tevens symptomatisch voor de ongekende economische en maatschappelijke groei van Heerlen gedurende de mijnen. De toestroom van migranten vormde het oorspronkelijke dialect om tot het Steenkolenplat of Huillands (‘Hollands om van te huilen’), een creooltaal tussen Nederlands en Limburgs in, 0 die nergens elders in het land een zo dominante positie heeft gekregen als in Heerlen.

Geblokte theedoek ligt op een tafel met een fotolijstje met een oude foto van SCHUNCK en een brief met wasknijper erbij.

De kunstenaars

‘Oét d’r sjtub’ laat werk zien van onder andere Melanie Bonajo (1978, Heerlen), de dochter van een Sloveense mijnwerker uit Heerlerbaan. Zij volgt momenteel een werkbeurs bij het gerenommeerde PS1 New York.

Fotojournalist Roger Cremers (1972) uit Bingelrade, die eveneens uit een mijnwerkersfamilie komt, laat portretten zien van mijnwerkers over de hele wereld. De afbeelding bij dit bericht maakte hij in Emalahleni, Zuid Afrika in 2010.

 Su Tomesen (1970) woont afwisselend in Amsterdam en Jogjakarta, Indonesië. De achternaam Tomesen belandde in Limburg doordat haar opa vanuit de Achterhoek naar de mijnen kwam. Voor Oét d’r sjtub realiseerde zij twee werken die geïnspireerd zijn op het pamflet ‘De Carboonkolonisatie’ (1974).

Het complete team aan kunstenaars bestaat uit: Melanie Bonajo, Roger Cremers, Chaim van Luit, Danae Moons, Sandro Setola, Su Tomesen.

 

Twee zwarte stukken kool liggen op elkaar op een witte sokkel. Op de bovenste kool staat witte tekst: 'juli 1967 einde productie stm ms 100 000 000 ton'.
Museumzaal tijdens expositie 'Oet Der Stub', houten palen aan elkaar geconstructureerd en foto's aan de wand.