Charles Eyck en ‘zijn’ Curaçao: door Jan Gulmans
Wat betekende Curaçao voor kunstenaar Charles Eyck – en wat betekende hij voor het eiland? Die vraag staat centraal in de tentoonstelling Aan de andere kant van de oceaan in SCHUNCK Glaspaleis, waarin Eycks Curaçaose periode (1948–1953) opnieuw tot leven komt.
Kunsthistoricus Jan Gulmans dook in de archieven én in de tentoonstelling, en schreef er een rijk geïllustreerd artikel over in het Antilliaans Dagblad. De kern van zijn verhaal lees je hier.
Arbeidspaneel
De tentoonstelling laat zien hoe Eyck in zijn werk de kleuren, mensen en landschappen van Curaçao en Bonaire verwerkte. Tegelijkertijd laat SCHUNCK het hedendaagse perspectief op die tijd zien met werk van onder meer Rinella Alfonso, Kevin Osepa en gastcurator Tirzo Martha.
Een hoogtepunt is het ‘Arbeidspaneel’ dat Eyck zelf zijn beste werk noemde: een kleurrijk zesluik van de Antilliaanse beroepsbevolking, nu gepresenteerd in een filmische vertaling van Omar Martha. Ook toont SCHUNCK een tegelwand uit de voormalige Sphinx-fabriek in Maastricht, die Eyck in 1953 maakte na zijn terugkeer – gered van de sloop door oud-burgemeester Gerd Leers (zie foto). Sporen van Eycks werk op Curaçao zijn eveneens te zien in een documentaire van Omar Martha, met bijdragen van onder meer Monique Dickhaut en Judaline Cijntje (directeur van Het Curaçaosch Museum).
Gastcurator Tirzo Martha zorgde samen met SCHUNCK-curatoren voor een uitgebalanceerde selectie van schilderijen, keramiek, tekeningen en documentatie – in totaal zo’n 70 objecten. Zijn selectie laat niet alleen het artistieke, maar ook het menselijke en culturele perspectief zien: Eyck als kunstenaar, als reiziger, als verbinder.
De tentoonstelling en het bijbehorende boekje belichten gedeeld erfgoed tussen Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Of zoals Gulmans schrijft: “Gedeeld erfgoed is een van de bruggen tussen onze landen, ieder aan de andere kant van de oceaan.”
Lees het volledige artikel (twee delen) uit het Antilliaans Dagblad hier: