Vijf vragen over het Kunstdepot - Sander Schoenmaekers
Dit jaar opent bij SCHUNCK het nieuwe Kunstdepot en Atrium. In deze serie vragen we betrokken medewerkers en partijen naar hun bijdrage en visie op deze verrijking van het Glaspaleis. Aan het woord is Sander Schoenmaekers, facility manager bij SCHUNCK.
Wat is jouw rol binnen dit project?
Als facility manager probeer ik zoveel mogelijk zaken in goede banen te leiden, met de kennis van het gebouw die ik heb opgebouwd. Ik ben de spil tussen de afdeling vastgoed van de gemeente, de projectleider hier, de stuurgroep en nog vele anderen. In de praktijk ben ik vooral de contactpersoon op de bouw; ik regel van alles en leg verbindingen tussen de afdelingen. Het gebouw is van de gemeente Heerlen, wat de samenwerking met hen nauw maakt.
Wat is het meest bijzondere aan dit project?
Allereerst de grote namen die aan het project werken, zoals Arets architecten. Maar daarnaast ook het feit dat we iets unieks realiseren, en tegelijkertijd iets heel complex. Er komt veel techniek bij kijken, en de routes die daarbij moeten worden afgelegd – wetende dat er praktisch niets zichtbaar van mag zijn – maken het ingewikkeld. Daarnaast hebben de materialen een hoog afwerkingsniveau. Dat is natuurlijk ook mooi, dus het resultaat is er dadelijk ook wel naar. We breiden het museum uit in vierkante meters, maar we bieden tegelijkertijd ook veel meer beleving.
Is het proces volgens plan verlopen?
Ik ben ingestroomd toen de tekeningen er al lagen, maar mettertijd hebben we toch nog wat zaken gewijzigd. Zoals de beglazing; de ruiten in het Kunstdepot zijn groter geworden dan in eerste instantie was bedacht, en er is een andere helderheid gekozen. We zijn nu nog bezig met screens voor in de gang van het Kunstdepot. Gaandeweg en door te testen bleek dat met behulp van screens nog minder uv-stralen de werken bereiken, en dat er minder weerspiegeling op de ramen is. Dat is prettiger voor een bezoeker en beter voor het behoud van de werken in het Kunstdepot. Die waren dus in eerste instantie niet gepland, maar blijken nu toch een welkome aanvulling.
Ook komt er interactieve verlichting, die werkt op basis van sensoren, waarbij elk werk uniek kan worden uitgelicht. De boom in het atrium – een samenwerking met tuinarchitect Peter Veenstra – was voorzien in de originele tekeningen, maar werd vervolgens geschrapt. Uiteindelijk is hij toch weer terug in de planning gekomen. Daar moet een heel lichtplan voor worden opgesteld: met speciale spots wordt hij van lichtvoeding voorzien. Dankzij de verlichting knalt de boom ’s avonds echt eruit, dat wordt heel mooi.
Moet je verder nog met speciale zaken rekening houden?
Het is anders dan anders, omdat het gebouw van de gemeente Heerlen is. Je kijkt dus steeds per onderdeel wie waarvoor verantwoordelijk is, dat moet nou eenmaal. Voor het onderhoud, maar ook voor de verzekering bijvoorbeeld. Het groot onderhoud is voor rekening van de gemeente, maar de lift en schuifdeuren hebben wij gezet. We werken daarin wel fijn samen, bijvoorbeeld op het gebied van inclusie. Zo hebben we de deuren toegankelijker gemaakt, want sommige gedeeltes van de verdieping -1 waren nog niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Door samen te zitten met ‘lokale inclusie’ van de gemeente zijn ook het Kunstdepot en Atrium nu voor iedereen toegankelijk.
Wat is er allemaal mogelijk zodra het Kunstdepot en Atrium geopend zijn?
Tijdens openingstijden van het museum is het Atrium bereikbaar via het museum en worden er tentoonstellingen geprogrammeerd, en er is een mogelijkheid tot het gebruiken van de ruimte voor evenementen. Ook voor externen. Zo kan er bijvoorbeeld een borrel worden gehouden voor maximaal zeventig personen, of er kan worden vergaderd in de nieuwe vergaderruimte. Je kunt dadelijk dus (net)werken tussen de kunst.