Vijf vragen over het Kunstdepot - Virginia Hameleers
Dit najaar opent bij SCHUNCK het nieuwe Kunstdepot en Atrium. In deze serie vragen we betrokken medewerkers en partijen naar hun bijdrage en visie op deze verrijking van het Glaspaleis. Aan het woord is Virginia Hameleers, conservator bij SCHUNCK.
Waar moet je allemaal op letten bij het inrichten van een Kunstdepot als dit?
Ik ben als conservator verantwoordelijk voor het beheer en behoud van de collectie, dus ook in dit traject houd ik samen met mijn collega’s in de gaten of alles volgens de eisen en wensen gaat. Daar komen allerlei keuzes bij kijken. Denk aan klimaat, licht, beweging en snelheid – de werken mogen niet te snel heen en weer bewegen. Maar ook: hoe kunnen we de werken veilig bewaren? Hoe zorgen we ervoor dat mensen het echt goed kunnen zien? Wat is de beste kijkafstand? We verhuizen op korte termijn allerlei collectiewerken vanuit ons bestaande depot naar het kunstdepot, dus ook de draaibaarheid van de werken door de verschillende ruimtes en gangen moest onderzocht worden. En überhaupt: welke werken brengen we hier wel of niet onder? Dan is er ook nog de besturing; welke rekken willen we automatisch laten bewegen en welke handmatig? Er komt van alles bij kijken.
Hoe gaat dat systeem met rekken en knoppen in zijn werk?
We hebben straks drie verschillende ruimtes met rekken, met elk een tentoonstelling. Op het eerste rek krijg je als bezoeker uitleg over de tentoonstelling van dat moment. Met de knop bij de betreffende ruimte kun je de drie automatisch beweegbare rekken daarachter per ruimte besturen. Als je de toelichting hebt gelezen en besluit dat je rek A als eerste wil zien, klik je op knop A. Het betreffende rek schuift open, zodat je de werken die daarop hangen kunt bekijken. Als het rek weer dicht is geschoven, maak je de volgende keuze. Elke tentoonstelling wordt zo opgebouwd dat je een steeds verdiependere laag krijgt. Dus stel het thema is natuur, dan zie je op rek A werken met natuur, rek B toont alleen maar dieren in de natuur en rek C alleen maar dieren. De drie rekken vertellen samen een verhaal. Maar als je bijvoorbeeld slechts interesse hebt in één van de rekken, dan sta je er vrij in om alleen dat rek te bekijken met een druk op de knop.
Hoeveel werken passen er op een rek?
Dat ligt aan de grootte van de werken, we zullen dadelijk in de praktijk zien hoe dat uitpakt. De rekken zijn drie meter lang en ruim twee meter zeventig hoog, dus we gaan nu uit van één groot werk, of verschillende kleinere. Achter de eerste vier automatisch beweegbare rekken staan rekken die bestemd zijn voor opslag van de collectie .Leuk om te weten: het geautomatiseerde deel van de rekken is specifiek door Bruynzeel/Bruns ontworpen voor SCHUNCK. Er zijn wel andere musea in Nederland met een Kunstdepot, maar die hebben geen automatisch beweegbare rekken. Dus in die zin hebben we een primeur.
Een van de drie zalen wordt door een gastcurator ingericht. Hoe werkt dat?
Klopt, we zetten die ruimte in om een steeds wisselende gast een tentoonstelling naar eigen keuze te laten samenstellen. Ook zullen we daar ons jaarlijkse project ‘Curator voor een keer’ presenteren, of mensen uit de stad uitnodigen om een tentoonstelling te maken. In die ruimte wisselen we vier keer per jaar van tentoonstelling. De andere twee ruimtes vormen altijd samen een thematentoonstelling die elk halfjaar wisselt. De eerste tentoonstelling krijgt het thema ‘kijken’. We kiezen daarvoor werken uit de collectie waar mensen echt naar moeten kijken, waar verrassingen in zitten, of die je op het verkeerde been zetten. Bijvoorbeeld een werk dat van bepaald materiaal gemaakt is, wat je op het eerste oog niet als zodanig zou herkennen. We willen de mensen laten beginnen met verrassende werken, die uitdagen om de collectie eens goed te bekijken.
Waarom is het belangrijk dat iedereen de collectie SCHUNCK gaat zien?
We hebben een heel mooie, diverse collectie, die net als de stad zelf gekenmerkt wordt door vernieuwing. Het is de oudste publieke verzameling eigentijdse kunst van Limburg. De basis van de collectie bestaat uit ‘Amsterdamse Limburgers’ en Cobra, bevat werken van internationaal bekende kunstenaars als Marlene Dumas, Luc Tuymans en Yael Bartana en werk van regionaal en nationaal talent als Natasja Kensmil, Keetje Mans, Vera Gulikers. Daarnaast heeft het als één van haar speerpunten jong, regionaal talent. We merken bij projecten waarin we samenwerken met mensen uit de stad, dat zij de collectie vaak nog niet zo goed kennen. Zodra ze deze ontdekken, willen ze er ook steeds verder in duiken, er meer over te weten komen. En dat is fijn, want het is immers ook hun collectie. Daarnaast is het ook gewoon een heel uniek iets, zo’n Kunstdepot met kunst onder een drukknop.
Graag nodig ik iedereen dan ook uit om zodra het Kunstdepot open is een kijkje te komen nemen. De collectie is gratis te zien en bezoekers kunnen zo vaak als ze willen komen kijken. Zo leren ze de collectie beter kennen en kunnen ze er een eigen betekenis aan geven, waardoor het verhaal van de collectie alleen maar verder en dieper wordt uitgebreid.